'Een wildvreemde wilde mijn leven redden. Ik stond perplex'


Translate
Select the tekst you want to translate and then choose ‘Translate’. You can choose to listen or to read the translated text.

Roy is pas 20 jaar als bij hem nierfalen wordt ontdekt. Al snel moet hij dialyseren en heeft hij een donornier nodig, maar in zijn omgeving blijkt niemand een match.
Hij vindt zijn donor via de stichting Doneer een Nier bij Leven.

Tekst: Hester Schaaf / Foto: Henk Veenstra

'Gedurende vier jaar gingen mijn nieren steed verder achteruit, uiteindelijk werkten zij nog maar voor 4%. Elke nacht lag ik aan een dialysemachine gekoppeld, mijn leven stond stil. Ik had een nieuwe nier nodig.

Een aantal mensen in mijn omgeving meldde zich als donor, maar met niemand bleek een medische match mogelijk. Intussen werd ik zieker. Lichamelijk kon ik niet veel meer, op het laatst was ik bijna een kasplantje.’

Vechten voor mezelf?

‘De transplantatiewachtlijst was te lang. Ik wist niet wat ik moest doen. Bijna wilde ik me erbij neerleggen dat er geen oplossing voor mij mogelijk was, tot ik op een keer medicijnen ophaalde bij de apotheek. Toevallig sprak ik daar een vrouw die zei dat ik alles uit de kast moest trekken, voor mezelf moest vechten. Ze had gelijk, ik was nog maar 22. Via RTV Noord en Facebook heb ik oproepjes geplaatst om bekend te maken dat ik een donor zocht. En ik heb me aangemeld bij de Stichting Doneer een Nier bij Leven.’

Bemiddelingsbureau

‘Deze stichting koppelt patiënten aan mensen die een nier willen doneren, al dan niet anoniem. Je vult een aanmeldformulier in waarin je vertelt over jezelf. Dat komt op de website van de stichting te staan. Dat kost  niets, een stichting maakt geen winst.

Roys leven staat niet langer stil. Na een zware tijd én zijn transplantatie probeert hij de draad weer op te pakken. Samen met zijn vriendin Lisa.

Dan begint het afwachten. Lastig, je hoort een hele tijd niets, maar achter de schermen gebeurt er van alles. En op een dag bleek een potentiële donor voor mij beschikbaar: Janette.

Ik stond echt perplex: een wildvreemde biedt aan je leven te redden. Je weet niet wat je overkomt. We spraken af samen te ontbijten in een hotel en dan verder te praten. Haar man en mijn vriendin gingen ook mee. Ik was nogal gespannen, maar gelukkig was er meteen een heel goede klik.

Blijvend contact na transplantatie

‘We hielden zeker wekelijks contact. Daarnaast hadden we elk ons eigen, gescheiden traject in het ziekenhuis, met gesprekken en onderzoeken. Ik zat met vragen als: iemand geeft haar orgaan weg, zijn er dingen die ik niet meer mag doen?

Tegelijkertijd kreeg zij te horen: Zodra je doneert, is het orgaan van de ontvangende patiënt. Hoe hij ermee omgaat, is aan hem: het is raadzaam om verwachtingen daarover los te laten. Ik dacht daar veel over na, ik wilde Janette niet teleurstellen.

We hebben veel gedeeld met elkaar. We werden ook in hetzelfde ziekenhuis geopereerd. De avond ervoor hebben we nog samen koffie gedronken, heel bijzonder. Zij werd eerst geopereerd, toen ik. Alles is zo goed verlopen als het maar kon. Fysiek dan, ík moet mentaal nog veel verwerken.

We hebben nog steeds zeker maandelijks contact om te kijken hoe het met de ander gaat… Ik heb haar gezin ontmoet, ze heeft kinderen.

Ik dacht: Wat als een van haar kinderen ooit een nier nodig heeft? Janette stelde mij gerust. Zij heeft een sterk geloof, zij denkt: ‘Als mijn kinderen iets overkomt, zullen zij worden geholpen zoals ik heb jou heb geholpen.’ Ik vind dat een heel krachtige uitspraak.’