Toch een transplantatie…
Februari 2020
Het is maandagmiddag. Ik ben op de keuringenpoli niertransplantatie. In mijn gesprekken met nierpatiënten komen de 2 mogelijke vormen van donatie aan de orde: een transplantatie met een nier van een levende of een overleden donor. De resultaten van donatie bij leven zijn over het algemeen beter, maar dat vindt niet iedere patiënt het belangrijkst. ‘Nee hoor dokter,’ krijg ik bijvoorbeeld te horen. ‘Ik wil niet dat andere mensen ook maar enig nadeel ondervinden door mij een nier te geven. Bovendien ben ik al 72 jaar oud.’ De keuze van deze man is duidelijk. Hij wil alleen een nier van een overleden donor via de wachtlijst.
Mijn volgende patiënt heeft 2 potentiele donoren: ‘Zowel mijn man als een goede vriendin willen doneren. Maar ja, zij weten beiden welke bloedgroep zij hebben en die komt niet overeen met die van mij, dus kan hun donatie niet doorgaan.’ Mevrouw vertelt met hoorbare teleurstelling in haar stem dat ze geen meerwaarde ziet in Nierteam aan Huis: het Nierteam arrangeert bijeenkomsten voor vrienden, familie en bekenden om hen op de hoogte te brengen van het belang van donatie en te peilen wie van hen zich wellicht beschikbaar zou willen stellen als donor. Mevrouw heeft maar een klein netwerk van bekenden en ziet zo’n bijeenkomst daarom niet zitten. Ze heeft zich er bij neergelegd dat een levende donor niet tot haar mogelijkheden behoort.
Andere bloedgroep dan uw donor?
Er is meer mogelijk dan u wellicht denkt
Zelf heb ik deze optie nog niet afgeschreven, ik vraag wat de bloedgroepen van haar man en vriendin zijn. Mevrouw zelf heeft bloedgroep B, haar echtgenoot en vriendin blijken bloedgroep A te hebben. Ik wijs de patiënte erop dat voor verschillende niet-passende bloedgroepcombinaties toch een aantal oplossingen bestaat.
Zo kan zij met een potentiele donor meedoen aan het landelijke cross-over programma, ook wel ruilprogramma genoemd. 4 Keer per jaar kunnen koppels aangemeld worden die vanwege een niet-passende bloedgroep of antistoffen niet rechtstreeks aan elkaar kunnen doneren. Een centrale computer selecteert met een speciaal programma zoveel mogelijk matches. Zo kan een donor uit Groningen een nier afstaan aan een ontvanger in Rotterdam, diens donor doneert dan aan de ontvanger in Groningen.
Een andere optie is over de bloedgroep heen transplanteren. Eerst wordt bloed afgenomen bij zowel donor als ontvanger om te bepalen of de ontvanger niet teveel antistoffen aanmaakt tegen de bloedgroep van de donor. Als de hoeveelheid het toelaat, kan met een speciale voorbehandeling bij de ontvanger, de donor toch rechtstreeks aan de ontvanger doneren. De uitkomsten zijn vaak bijna net zo goed als bij een transplantatie met passende bloedgroep.
Deze opties besprak ik met de dame tegenover mij. Zij was blij, want een nier van een levende donor is wat ze eigenlijk het liefste wil. Mocht u dus een potentiële donor hebben, laat u dan niet afschrikken door de verschillende bloedgroepen. Bespreek de mogelijkheden met uw eigen nefroloog.
Margriet de Jong is internist-nefroloog bij het Universitair Medisch Centrum Groningen, zij richt zich met name op transplantatienefrologie. Daarnaast doet Margriet onderzoek naar nieuwe medicatie bij transplantatiepatiënten.
In ons tijdschrift Nier magazine schrijft ze elke 2 maanden een column.