'Praten over intimiteit is nodig'. Ja, maar, hóe dan?


Translate
Select the tekst you want to translate and then choose ‘Translate’. You can choose to listen or to read the translated text.

Gepubliceerd op 09 September 2024

Problemen met seksualiteit komen voor bij veel nierpatiënten. De eerste stap richting een oplossing, is praten. Toch wordt er weinig over gesproken. Niet alleen met zorgverleners, maar ook in je eigen relatie (als je die hebt) is het een lastig onderwerp. Hoe kun je het onderwerp aankaarten? En welke deskundigen kunnen je daarbij helpen?

'Mijn vraag is altijd: waar voel jij je prettig bij?'

Hester Pastoor (psychotherapeut-seksuoloog)

‘De drempel om naar een seksuoloog te gaan is best hoog. Sommige mensen denken dat je bij een seksuoloog uit de kleren moet, of iets moet voordoen. Dat is een groot misverstand. Ik luister, en probeer te helpen om plezier in seks terug te vinden.

 Als je ziek bent, of bent geweest, is dat niet vanzelfsprekend. Je moet vaak opnieuw wennen aan je lichaam. Of aan de rol die je voor elkaar vervult, bijvoorbeeld als je partner lang mantelzorger is geweest. Ik zie ook regelmatig dat geliefden bij ziekte wat uit elkaar kunnen groeien. Het is dus een heel gewoon en terecht onderwerp. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: Sinds ik ziek ben, merk ik dat seksualiteit is veranderd, kunt u mij hierover wat uitleg geven? Tegen je partner kun je beginnen met: Ik mis onze intimiteit. Is dat voor jou ook zo?'

Je kunt niet aan álles iets veranderen, maar er is altijd iets wat je wél kunt veranderen.

‘De achtergronden, leeftijden en geaardheden van mijn patiënten zijn divers. Maar hun vragen komen vaak behoorlijk overeen: geen zin meer in seks; seks doet pijn; problemen met klaarkomen of libido. Het kan ook zijn dat de partner voorzichtig wil zijn en er hierdoor misverstanden ontstaan.

Nu even niet

Mijn vraag is altijd: waar voel je je prettig bij? Hoe kom je uit een situatie waarbij intimiteit wordt vermeden? Dat is voor iedereen anders. Seks móet niet. ‘Nu even niet’ is prima. Maar voor bijna iedereen is intimiteit wél belangrijk. Een knuffel, een zoen, samen douchen… Ik zie helaas dat dat ook vaak verdwijnt.

Ik luister, zonder oordeel, en kan vaak adviseren. Tot slot: je kunt niet aan álles iets veranderen, maar er is altijd iets wat je wél kunt veranderen.’

'Ik kan ook helpen een gesprek met de partner voor te bereiden'

Gerben van den Bosch (medisch maatschappelijk werker)

'Problemen met seks en intimiteit kunnen fundamenteel ontwrichtend zijn binnen een relatie, en bij een ziekte kan die relatie sowieso al onder spanning komen te staan. Daarom probeer ik al bij een eerste bezoek het onderwerp aan te kaarten. Want er zelf over beginnen als patiënt is vele malen lastiger.

Ik benoem dat problemen met seksualiteit veel voorkomen, en wat de oorzaken kunnen zijn. Ik vraag of dit wordt herkend. Zo merk ik snel genoeg of iemand verder wil praten. Alleen al het benoemen is erg belangrijk. Daarnaast zijn sommige veelvoorkomende problemen, zoals erectiestoornissen bij een man of moeite met vochtig worden bij een vrouw, redelijk eenvoudig op te lossen. Ook negatieve ideeën over je lichaamsbeeld (littekens, een dikke buik) of zelfbeeld (ben ik nog wel leuk genoeg?) kunnen in de weg zitten.’

'Een relaxte sfeer op de bank werkt vaak beter dan een gesprek beginnen als je al aan het vrijen bent'

'Als medisch maatschappelijk werker kan ik ook helpen een gesprek met je partner voor te bereiden. Hoe voer je zo’n gesprek, wanneer en wat past bij jou? Een relaxte sfeer op de bank werkt vaak beter dan wanneer je al aan het vrijen bent. Probeer het luchtig te houden, gebruik wat humor.

Ik begrijp dat weinig patiënten intimiteit bespreken met hun nefroloog, meestal is daar ook te weinig tijd voor. Maar mogelijk kan iemand bij wie je je vertrouwd genoeg voelt – een maatschappelijk werker of verpleegkundige – je over de drempel helpen. Het onderwerp is te belangrijk om te laten zitten.’

'Soms is het al genoeg te weten dat je niet de enige bent'

Saskia Wokke-Roozendaal (dialyseverpleegkundige)

‘Het bespreken van zo’n persoonlijk onderwerp als ‘seksualiteit en intimiteit’ doen we natuurlijk niet op zaal, of tijdens de dialyse waar de buurman je kan horen, dat bespreken we in een aparte ruimte. Ik begin een gesprek bijvoorbeeld met: Ik merk dat veel nierpatiënten problemen hebben met seksualiteit, hoe is dat bij u? Wilt u hier met mij over praten? Bijna altijd is het antwoord ‘ja’.

Soms is het al genoeg om te weten dat je niet de enige bent. In andere gevallen kan ik misschien helpen of doorverwijzen. Ik stel deze vraag trouwens aan iedereen; ook aan ouderen en mensen zonder (vaste) partner.'

Niet iedereen heeft nog behoefte aan seksueel contact, maar intimiteit blijft altijd belangrijk.

'Samen met een seksuoloog heb ik een brochure over problemen met seksualiteit gemaakt. Omdat ik merkte dat patiënten het prettig vonden informatie rustig thuis na te lezen. Het is wel belangrijk om een volgende keer op het onderwerp terug te komen, of te checken of er nog vragen zijn, ook bij de eventuele partner. Niet iedereen heeft nog behoefte aan seksueel contact, maar intimiteit blijft altijd belangrijk.

Inmiddels geef ik ook les hierover aan dialyseverpleegkundigen. In het begin zijn de reacties soms een beetje lacherig. Maar aan het einde van de dag, en na enig oefenen, zijn ze eigenlijk altijd positief. Ik merk dat het een spannend onderwerp is, maar dat het ook heel veel voldoening geeft als je iemand kunt helpen. En dat het, als je het respectvol aanpakt, altijd wordt gewaardeerd.’

Tip

Saskia gebruikt de gesprekskaart Seksuele gezondheid van de V&VN. Deze kun je hier bekijken.

Tips voor nefrologen en patiënten

Behandelaars praten niet makkelijk over seksualiteit omdat ze denken dat het onderwerp te persoonlijk is voor de patiënt; ze denken er te weinig van te weten of hebben te weinig tijd tijdens een consult. Patiënten vinden het moeilijk om over seks te beginnen; weten niet goed bij wie ze terecht kunnen met hun vragen; of ze vinden dat de behandelaar erover zou moeten beginnen. ‘Het zou goed zijn als behandelaars daar meer mee oefenen, al tijdens hun opleiding’, vindt seksuoloog Hester Pastoor. ‘Het is best spannend om te beginnen over seksualiteit.’

Signalerende nefrologen

Pastoor: ‘Behandelaars kunnen uitleg combineren met een vraag. Uw behandeling (of: uw ziekte) heeft vaak invloed op intimiteit en seksualiteit, vindt u het goed als ik daar iets over vraag? Meer gedetailleerde vragen kunnen dan gesteld worden, of zijn voor de seksuoloog. Nefrologe nkunnen, als vaste behandelaar, hier een signalerende rol hebben. Als zij zich niet comfortabel voelen bij het bespreken van het onderwerp, kunnen zij patiënten doorverwijzen.

Voor patiënten is het goed om te weten dat intimiteit en seksualiteit eigenlijk altijd veranderen door ziekte en behandeling. En dat veel mensen dit graag anders zouden willen omdat het belangrijk is voor hun relatie en levenskwaliteit.’

 

Tekst: Hester Schaaf

Meer informatie