Nieuw onderzoek naar zout en nierschade
Gepubliceerd op 13 December 2022
In recente onderzoeken is ontdekt dat zout zich onder de huid kan ophopen. Ook is vastgesteld dat bij mensen met chronische nierschade meer zout in en onder de huid wordt opgeslagen dan bij anderen. Deze mensen hebben meestal ook een hoge bloeddruk. Arts-onderzoekers Marjet Oppelaar en Robert van Duin proberen samen met internist-nefroloog professor Liffert Vogt van het Amsterdam UMC uit te vinden of en hoe deze ontdekkingen tot betere behandelingen kunnen leiden.
Wat weten we tot nu toe?
Lange tijd werd gedacht dat als je 10 gram zout inneemt, je ook 10 gram zou moeten uitplassen. Eet je meer zout, dan neemt de hoeveelheid in je urine toe. Als de nieren meer moeite hebben met het uitscheiden van zout, houd je meer water vast en gaat je bloeddruk omhoog, zo werd verondersteld.
Maar uit recente studies blijkt dat het zout dat we eten niet alleen terug te vinden is in het bloed en de urine, maar dat ons lichaam het ook kan opslaan onder de huid. De hoeveelheid zout in de huid kan enorm schommelen zonder dat je daar zelf iets van merkt. Zout trekt water aan, dus je zou zwaarder moeten worden als je meer zout in het lichaam vasthoudt, maar dit blijkt niet altijd te kloppen. En de bloeddruk verandert ook niet altijd.
Met een nieuwe MRI-techniek is het mogelijk om te zien hoeveel zout er in de huid zit opgeslagen. Bij mensen met chronische nierschade is dat meer dan bij gezonde mensen.
Kip of ei?
Wat is oorzaak en wat is gevolg? Krijgen mensen eerst hoge bloeddruk en daardoor schade aan de wanden van hun bloedvaten, waardoor zout lekt naar de huid? Of komt het zout eerst in de huid en is die ophoping de aanstichter van allerhande gezondheidsproblemen, waaronder hoge bloeddruk?
Wanneer dit juist zou zijn, is noodzakelijk dat deskundigen iets doen tegen het zout in de huid, zodat zij hoge bloeddruk en andere gezondheidsproblemen beter kunnen behandelen.
Zout wordt dus opgeslagen in en onder je huid. Hoe werkt dit nou precies?
Eerdere studies hebben aangetoond dat zout (natriumchloride ofwel ‘keukenzout’) kan worden opgeslagen in ons lichaam, met name in de huid, spieren en bloedvaten. Daarbij zit de huid vol met suikerstructuren die er voor zorgen dat deze normaal gesproken soepel blijft. Deze suikers zijn ook belangrijk voor de zoutopslag.
Als er te veel zout in het bloed zit, kan het surplus aan zout worden opgeslagen via de suikerstructuren in de huid. Wanneer je bloed te weinig zout bevat, kunnen de suiker- structuren ook weer zout uit de huid loslaten en naar je bloed transporteren. Op deze manier werkt de zoutopslag in de huid als een soort buffer, waarmee de hoeveelheid zout in het bloed op orde blijft.
Verschillende onderzoeken tonen aan dat dit proces belangrijk is om een stijging van de bloeddruk na het eten van veel zout te voorkomen.
Wat gaat er bij mensen met nierproblemen niet goed in dit proces?
Het uitscheiden of uitplassen van zout wordt voornamelijk door de nieren gereguleerd. Bij mensen met een verminderde nierfunctie werkt dit niet goed. Zij moeten meer vocht vasthouden in het bloed om het te hoge zoutgehalte te compenseren, wat een hogere bloeddruk tot gevolg kan hebben.
Bij nierpatiënten kan de binnenkant van de bloedvaten bovendien beschadigd zijn, waardoor het zout gemakkelijker vanuit het bloed naar de huid kan. Gevolg is dat er chronisch te veel zout in de huid wordt opgeslagen. De huid als buffer werkt dan dus minder goed. Dit maakt de bloeddruk van nierpatiënten waarschijnlijk extra gevoelig voor zoutschommelingen in het bloed.
Hiernaast kan een teveel aan zout in de huid afweercellen (witte bloedcellen) activeren, met een chronisch ontstekingsproces tot gevolg. Dit kan de bloedvatwand nog verder beschadigen.
Wat houdt de SALT-3 studie in?
De onderzoekers bestuderen zowel het effect van veel als weinig zout eten. Dit doen zij aan de hand van drie groepen met onderzoeksdeelnemers:
• nierpatiënten (met een nierfunctie van rond de 50%);
• patiënten met suikerziekte type II;
• mensen zonder gezondheidsproblemen.
Alle deelnemers staan onder deskundig toezicht en eten gedurende één week een zoutrijk dieet (meer dan 12 gram per dag) en gedurende één week een zeer strikt zoutarm dieet (minder dan 3 gram per dag).
Na deze beide dieetweken worden hun bloeddruk en nierfunctie gemeten. Ook wordt een oppervlakkig stukje huid (biopt) afgenomen om, via een microscoop, te kijken naar de mate van zoutopslag, samenstelling van de suikerstructuren en de activatie van het afweersysteem in zowel de huid als kleine bloedvaatjes.
Wat adviseren jullie nierpatiënten?
Vooralsnog blijft het advies aan nierpatiënten om een zoutarm dieet te volgen (maximaal 6 gram zout per dag), onveranderd. Het is namelijk bewezen dat dit leidt tot een lagere bloeddruk en betere werking van de nieren op lange termijn. Met onderzoeken zoals de SALT-3 studie zullen we meer inzicht krijgen in het proces rond zoutopslag in de huid en de gevolgen daarvan voor nierpatiënten. Met deze nieuwe inzichten kunnen we verder onderzoeken hoe we mensen met nierschade het best kunnen beschermen tegen de nadelige effecten van zout.
Toekomst?
We hopen dat de resultaten van dit onderzoek kunnen dienen als basis voor nieuwe studies, waarin wordt onderzocht of het herstellen van de huid als zoutkatalysator, met medicatie mogelijk is. Een zoutarm dieet is vaak moeilijk vol te houden. Een toekomst met minder strenge dieeteisen zou voor veel nierpatiënten goed nieuws kunnen zijn.
Meedoen aan dit onderzoek?
Dat kan. Mail naar salt@amsterdamumc.nl. Via dit adres krijg je meer informatie en kun je je aanmelden.
Op onderzoek uit
Wetenschappers Marjet Oppelaar en Romy Bouwmeester willen meer weten van het werk van collega-nieronderzoekers. Lees hun bevindingen in de serie columns Vragen over nieronderzoek.