Motorrijden als uitlaatklep
Gepubliceerd op 19 January 2022
Op zijn 19e kreeg Bas zijn eerste niertransplantatie. Vlak daarna begon hij een rijschool en in zijn vrije tijd toert hij zelf graag rond op zijn motor. ‘Op de motor voel ik me vrij.
‘Motorrijden en een niertransplantatie zouden niet zo goed samengaan. Toen had ik zoiets van: dat kun je nou wel zeggen, maar ik kan het toch proberen? Je kunt als patiënt je leven lang braaf alle adviezen volgen, maar soms moet je risico’s nemen. Dankzij mijn transplantatie kan ik weer volop leven. Daarbij is extreem voorzichtig zijn niet mijn stijl.
Mijn passie voor motorrijden komt - denk ik - daaruit voort: ik wil dingen uitproberen en me daarbij niet te veel aantrekken van wat anderen vinden.’
Blijmaker
‘Daarnaast geeft motorrijden rust. Ik kan er mijn hoofd mee leeg maken. Rijdend door de bollenstreek ruik ik de bloemen. Eén zijn met de omgeving en de motor werkt ontspannend voor lichaam en geest. Dus voel ik me niet zo lekker? Dan klim ik op de motor. Ik kom er altijd beter vanaf.’
‘Na mijn transplantatie wil ik niet alle risico’s mijden. Mijn motto is: Leef!’
Mooie motorreizen
‘Motorrijden biedt ook gezelligheid. Zo heb ik met oud-leerlingen een app- groep. Stelt iemand daarin voor er weer eens op uit te gaan, dan zijn er altijd wel een paar die mee willen. Met vrienden reis ik wel eens op de motor naar Spanje of Frankrijk en ik organi- seer zelf motorreizen naar Schotland en Duitsland. Vooral in het hoge noorden van Schotland geniet ik volop. Je waant je daar in compleet niemandsland, dat vind ik prachtig.’
Slechte dagen
‘Bezig blijven, is wat mij op de been houdt. Op slechte dagen probeer ik mezelf daarom uit bed te slepen. Dat is niet altijd makkelijk, maar gelukkig heb ik vrienden die me niet zo snel zielig vinden en me dan een duwtje in de rug geven. En als het echt niet gaat, dan gaat het niet. Dan is dat ook oké.’
Dit artikel verscheen eerder in ons tijdschrift Wisselwerking. Ook Wisselwerking ontvangen? Vraag een gratis proefnummer aan.