Controle van de vaattoegang - FLOW

Bij hemodialyse is een goede toegang tot de ader essentieel. Deze vaattoegang wordt daarom bij elke dialyse gecontroleerd op vernauwingen. Die controle gebeurt op verschillende manieren. In de FLOW-zorgevaluatie worden 2 verschillende werkwijzen onderzocht.

Als je hemodialyseert, word je vaattoegang regelmatig gecontroleerd op vernauwingen (stenoses). De dialyseverpleegkundige observeert de vaattoegang voor iedere dialyse, door de toegang te bekijken, te bevoelen en met een stethoscoop te luisteren naar de doorstroming van het bloed (flow). Ook let de verpleegkundige op problemen die kunnen optreden tijdens de dialyse.

Daarnaast vindt regelmatig een 'flowmeting' plaats tijdens de dialyse. Wanneer bij een flowmeting een vernauwing wordt geconstateerd, wordt iemand doorverwezen voor een mogelijke dotterbehandeling. Deze behandeling is dan preventief, omdat een patiënt zelf vaak nog geen klachten ervaart bij de dialyse.

In praktijk is er veel variatie in hoe vaak een flowmeting wordt gedaan en wanneer iemand dan daadwerkelijk wordt doorverwezen voor een behandeling. Ook is er weinig wetenschappelijk bewijs voor deze manier van controleren en preventief behandelen. Dit terwijl een dotterbehandeling wel belastend is voor de patiënt. Ook zijn er met de meting en de behandeling veel kosten gemoeid. Redenen om de werkwijze nader te onderzoeken in de FLOW-zorgevaluatie.

FLOW-zorgevaluatie

In de FLOW-zorgevaluatie worden twee werkwijzen met elkaar vergeleken: de huidige werkwijze van de observatie met de flowmeting en de werkwijze waarbij men alleen observeert.

Mensen die dialyseren kunnen hiervoor benaderd worden. Als zij mee willen doen, worden ze willekeurig aan een van de methoden toegewezen, zodat de werkwijzen goed met elkaar vergeleken kunnen worden. Dat wordt ook wel randomisatie genoemd.

Wat doet de NVN?

De NVN is vertegenwoordigd in de stuurgroep en denkt mee over het betrekken van patiënten bij het onderzoek.

Looptijd

Het onderzoek loopt tot en met 2026.

Meer weten?

Meer informatie over het onderzoek is te vinden op Zorgevaluatie Nederland.